Veilig leren lezen, methode voor lezen en taal
Elke dag zijn er 2 instructiemomenten binnen de methode Veilig leren lezen.
De kinderen zijn dan het eerste half jaar vooral bezig met het leren van nieuwe woorden en letters. Later richt de methode zich ook op het begrijpend lezen en spellen.
De methode Veilig Leren Lezen biedt veel differentiatie mogelijkheden.
Zo wordt er gewerkt op 3 verschillende niveaus. De maan-aanpak (gemiddeld niveau), de ster-aanpak (voor de kinderen die er wat meer moeite mee hebben) en de zon-aanpak (voor de kinderen die al wat verder zijn dan het gemiddelde).
Later komt er ook nog de raket-aanpak (de maan-kinderen die vlot werken en lezen)
De methode bestaat uit 12 kernen. Een kern duurt ongeveer 1 maand. Via wandplaten met woordjes en flitsstroken met woordjes leren de kinderen om de dag een nieuw woordje. In werkboekjes oefenen de kinderen de letters en woorden. In het werkboekje staan ook korte leeslesjes. Al heel snel lezen ze deze lesjes spellend. Bij elke kern is er ook een leesboekje op niveau.
Met hun klikklakboekje (mapje waar steeds de nieuwe aangeboden letters in komen) kunnen de kinderen allerlei woorden maken en lezen.
Ze leggen plaatjes met woordjes op de woorddoos en er zijn nog veel meer materialen om het leesproces te stimuleren en verder te ontwikkelen.
Deze activiteiten kunnen de kinderen kiezen met behulp van het kiesbord. De kinderen hangen hun naam bij de activiteit die ze op dat moment willen doen.
Ook leren de kinderen hoe ze de woorden moeten spellen. In het begin worden de dictees afgenomen met de letterdozen (de kinderen leggen het door mij genoemde woord op de letterdoos neerleggen) en later in een schriftje.
Per kern kunnen de kinderen allerlei opdrachtjes maken op de computer.
Na elke kern worden de kinderen getoetst op hun leesvaardigheid. Het gaat er hierbij om dat de kinderen de woordjes correct en vlot uitspreken. Dit oefenen ze in de klas met het boekje Veilig en Vlot (V&V). Ook krijgen de kinderen bij elke kern een pakketje met woordjes mee naar huis (kopie van V&V). Het is de bedoeling dat u deze woordjes thuis met uw kind oefent. Al is het maar 2 minuutjes per dag. Verder is het ook zeer belangrijk dat u uw kind nog voorleest (o.a. om de woordenschat te vergroten). Samen met uw kind boekjes lezen werkt ook zeer stimulerend. Aan het einde van groep 3 is het streven dat de kinderen AVI E3 (= gelijk aan AVI 3) beheersen.
Pluspunt, methode voor rekenen
De methode bestaat uit 12 blokken. Elk blok duurt 3 weken en bestaat uit 15 lessen. In les 1 t/m 11 krijgen de kinderen instructie en oefenen ze de lesstof. Ook wordt lesstof uit vorige blokken herhaald. In les 12 maken de kinderen een toets.
Het resultaat van de toets bepaalt wat elk kind in les 13 t/m 15 gaat doen.
Ook deze methode biedt veel differentiatiemogelijkheden.
Voor de kinderen die al wat verder zijn is er een pluspunter-werkboekje waar ze zelfstandig extra verdiepingsopdrachten kunnen maken.
De zwakke rekenaars krijgen tijdens de leerkracht gebonde lessen een verlengde instructie.
Er wordt veel concrete materialen zoals rekenrekjes, blokjes, staafjes, dobbelstenen, etc. gebruikt. Dit bied ondersteunin tijdens het leren rekenen. De kinderen leren realistisch rekenen. Dit betekent dat ze inzicht krijgen in wat ze nou eigenlijk aan het doen zijn.
Aan het eind van groep 3 moeten de kinderen de volgende doelen behaald hebben:
· tellen (t/m 50)
· leren rangschikken
· optellen en aftrekken t/m 20
· automatiseren van de sommen t/m 20
· splitsen t/m 12
· eenvoudige verhoudingstabellen
. hele uren klokkijken
De sommen t/m 20 worden onderverdeeld in verschillende categorieen;
Pennenstrekken, methode voor schrijven
Deze methode sluit aan op de methode Veilig leren lezen.
In de schriftjes leren de kinderen eerst de aangeboden letters schrijven. Vervolgens leren ze hele woordjes schrijven. Dan leren ze die woordjes aan elkaar schrijven. En als laatste leren ze hele zinnen schrijven. Ook hebben we schriftjes waarin de kinderen de getallen leren schrijven.
Naud, Meander en Brandaan, methode voor wereldorientatie
Na de kerstvakantie starten de kinderen van groep 3 met de methode Naud, Meander en Brandaan.
De belangrijkste thema's van de vakken natuur en techniek (Naut), aardrijkskunde (Meander) en geschiedenis (Brandaan) komen geïntegreerd aan bod. Spelen en leren staat hierbij centraal. Vanuit een kijkplaat en een verhaal wat de leerkracht voorleest kunnen de kinderen zelfstandig werken aan de opdrachten in het "Doeboek".
Engels
Na de kerstvakantie starten de kinderen van groep 3 met de Engelse lessen. Dit doen we om het leesproces en de ontwikkeling van de Nederlandse taal niet in de weg te staan.
De kinderen maken spelenderwijs kennis met de Engelse taal.
Thema’s en hoeken:
In de klas werken we rondom verschillende thema’s. Soms zijn deze thema’s schoolbreed, soms sluiten ze aan bij de methode Veilig leren lezen of Naud, Meander en Brandaan.
De hoeken worden hierop ingericht. Er worden kringgesprekken over het thema gevoerd, de kinderen mogen materialen meenemen en er worden nieuwe woorden binnen het thema aangeboden.
De kinderen mogen elke dag, als ze klaar zijn met hun werk, spelen in de hoeken.
Weektaak
Na de tussenvakantie krijgen de kinderen een weektaak.
Daarop kunnen ze zien wat ze voor die dag allemaal af moet hebben. Ook staat daar op uit welk extra werk het kind kan kiezen als hij klaar is. Al seen activiteit of les is afgerond kleuren de kinderen deze met de kleur van de dag.
Spreekbeurt
De kinderen van groep 3 houden in mei een spreekbeurt.
Informatie hierover volgt nog.
Huiswerk
De kinderen krijgen aan het begin van elke nieuwe kern van Veilig leren lezen, woordjes mee om thuis dagelijks een rijtje te lezen. Ook krijgen de kinderen op vrijdag een boekje van de bieb mee die ze thuis moeten lezen en de week erna weer moeten inleveren. Mocht de leerkracht het nodig vinden kan er in overleg met ouders extra werk worden meegegeven.
Elke dag zijn er 2 instructiemomenten binnen de methode Veilig leren lezen.
De kinderen zijn dan het eerste half jaar vooral bezig met het leren van nieuwe woorden en letters. Later richt de methode zich ook op het begrijpend lezen en spellen.
De methode Veilig Leren Lezen biedt veel differentiatie mogelijkheden.
Zo wordt er gewerkt op 3 verschillende niveaus. De maan-aanpak (gemiddeld niveau), de ster-aanpak (voor de kinderen die er wat meer moeite mee hebben) en de zon-aanpak (voor de kinderen die al wat verder zijn dan het gemiddelde).
Later komt er ook nog de raket-aanpak (de maan-kinderen die vlot werken en lezen)
De methode bestaat uit 12 kernen. Een kern duurt ongeveer 1 maand. Via wandplaten met woordjes en flitsstroken met woordjes leren de kinderen om de dag een nieuw woordje. In werkboekjes oefenen de kinderen de letters en woorden. In het werkboekje staan ook korte leeslesjes. Al heel snel lezen ze deze lesjes spellend. Bij elke kern is er ook een leesboekje op niveau.
Met hun klikklakboekje (mapje waar steeds de nieuwe aangeboden letters in komen) kunnen de kinderen allerlei woorden maken en lezen.
Ze leggen plaatjes met woordjes op de woorddoos en er zijn nog veel meer materialen om het leesproces te stimuleren en verder te ontwikkelen.
Deze activiteiten kunnen de kinderen kiezen met behulp van het kiesbord. De kinderen hangen hun naam bij de activiteit die ze op dat moment willen doen.
Ook leren de kinderen hoe ze de woorden moeten spellen. In het begin worden de dictees afgenomen met de letterdozen (de kinderen leggen het door mij genoemde woord op de letterdoos neerleggen) en later in een schriftje.
Per kern kunnen de kinderen allerlei opdrachtjes maken op de computer.
Na elke kern worden de kinderen getoetst op hun leesvaardigheid. Het gaat er hierbij om dat de kinderen de woordjes correct en vlot uitspreken. Dit oefenen ze in de klas met het boekje Veilig en Vlot (V&V). Ook krijgen de kinderen bij elke kern een pakketje met woordjes mee naar huis (kopie van V&V). Het is de bedoeling dat u deze woordjes thuis met uw kind oefent. Al is het maar 2 minuutjes per dag. Verder is het ook zeer belangrijk dat u uw kind nog voorleest (o.a. om de woordenschat te vergroten). Samen met uw kind boekjes lezen werkt ook zeer stimulerend. Aan het einde van groep 3 is het streven dat de kinderen AVI E3 (= gelijk aan AVI 3) beheersen.
Pluspunt, methode voor rekenen
De methode bestaat uit 12 blokken. Elk blok duurt 3 weken en bestaat uit 15 lessen. In les 1 t/m 11 krijgen de kinderen instructie en oefenen ze de lesstof. Ook wordt lesstof uit vorige blokken herhaald. In les 12 maken de kinderen een toets.
Het resultaat van de toets bepaalt wat elk kind in les 13 t/m 15 gaat doen.
Ook deze methode biedt veel differentiatiemogelijkheden.
Voor de kinderen die al wat verder zijn is er een pluspunter-werkboekje waar ze zelfstandig extra verdiepingsopdrachten kunnen maken.
De zwakke rekenaars krijgen tijdens de leerkracht gebonde lessen een verlengde instructie.
Er wordt veel concrete materialen zoals rekenrekjes, blokjes, staafjes, dobbelstenen, etc. gebruikt. Dit bied ondersteunin tijdens het leren rekenen. De kinderen leren realistisch rekenen. Dit betekent dat ze inzicht krijgen in wat ze nou eigenlijk aan het doen zijn.
Aan het eind van groep 3 moeten de kinderen de volgende doelen behaald hebben:
· tellen (t/m 50)
· leren rangschikken
· optellen en aftrekken t/m 20
· automatiseren van de sommen t/m 20
· splitsen t/m 12
· eenvoudige verhoudingstabellen
. hele uren klokkijken
De sommen t/m 20 worden onderverdeeld in verschillende categorieen;
- vriendjes van de 10 ( 2+8=10, 5+5=10, maar ook 10-3=7)
- tweelingsommen (8+8=16, 4+4=8, maar ook 12-6=6)
- +1 en +2 sommen / -1 en -2 sommen
- 5 sommen (5+2=7, 3+2=5)
Pennenstrekken, methode voor schrijven
Deze methode sluit aan op de methode Veilig leren lezen.
In de schriftjes leren de kinderen eerst de aangeboden letters schrijven. Vervolgens leren ze hele woordjes schrijven. Dan leren ze die woordjes aan elkaar schrijven. En als laatste leren ze hele zinnen schrijven. Ook hebben we schriftjes waarin de kinderen de getallen leren schrijven.
Naud, Meander en Brandaan, methode voor wereldorientatie
Na de kerstvakantie starten de kinderen van groep 3 met de methode Naud, Meander en Brandaan.
De belangrijkste thema's van de vakken natuur en techniek (Naut), aardrijkskunde (Meander) en geschiedenis (Brandaan) komen geïntegreerd aan bod. Spelen en leren staat hierbij centraal. Vanuit een kijkplaat en een verhaal wat de leerkracht voorleest kunnen de kinderen zelfstandig werken aan de opdrachten in het "Doeboek".
Engels
Na de kerstvakantie starten de kinderen van groep 3 met de Engelse lessen. Dit doen we om het leesproces en de ontwikkeling van de Nederlandse taal niet in de weg te staan.
De kinderen maken spelenderwijs kennis met de Engelse taal.
Thema’s en hoeken:
In de klas werken we rondom verschillende thema’s. Soms zijn deze thema’s schoolbreed, soms sluiten ze aan bij de methode Veilig leren lezen of Naud, Meander en Brandaan.
De hoeken worden hierop ingericht. Er worden kringgesprekken over het thema gevoerd, de kinderen mogen materialen meenemen en er worden nieuwe woorden binnen het thema aangeboden.
De kinderen mogen elke dag, als ze klaar zijn met hun werk, spelen in de hoeken.
Weektaak
Na de tussenvakantie krijgen de kinderen een weektaak.
Daarop kunnen ze zien wat ze voor die dag allemaal af moet hebben. Ook staat daar op uit welk extra werk het kind kan kiezen als hij klaar is. Al seen activiteit of les is afgerond kleuren de kinderen deze met de kleur van de dag.
Spreekbeurt
De kinderen van groep 3 houden in mei een spreekbeurt.
Informatie hierover volgt nog.
Huiswerk
De kinderen krijgen aan het begin van elke nieuwe kern van Veilig leren lezen, woordjes mee om thuis dagelijks een rijtje te lezen. Ook krijgen de kinderen op vrijdag een boekje van de bieb mee die ze thuis moeten lezen en de week erna weer moeten inleveren. Mocht de leerkracht het nodig vinden kan er in overleg met ouders extra werk worden meegegeven.